Ontwikkelingsdoelen
Lichamelijke opvoeding - Motorische competenties
Klein-motorische vaardigheden
De kleuters
1.28 tonen een toenemende bedrevenheid in het functioneel aanwenden van klein-motorische vaardigheden.
1.29 kunnen klein-motorische vaardigheden in verschillende situaties voldoende nauwkeurigheid gedoseerd en ontspannen uitvoeren.
1.30 kunnen de functionele grepen gebruiken voor het hanteren van voorwerpen.
Oplossen van kind-aangepaste bewegingsproblemen
De kleuters
1.34 kunnen geconcentreerd bezig blijven met een bewegingsprobleem.
1.35 tonen belangstelling voor aangereikte oplossingsstrategieën.
1.36 tonen pogingen tot verwoorden van gestelde acties.
1.37 kunnen creatief verschillende oplossingen voorstellen.
1.38 kunnen geleerde bewegingsprincipes toepassen in andere bewegingssituaties.
Lichamelijke opvoeding - Zelfconcept en het sociaal functioneren
De kleuters
3.1 tonen een intrinsieke belangstelling om diverse nieuwe bewegingssituaties te verkennen.
3.3 tonen in het experimenteergedrag dat ze de eigen mogelijkheden en begrenzingen aanvoelen.
3.6 tonen een persoonlijke stijl in spontane expressie.
3.7 durven de eigen bewegingsvormen en behendigheden tonen.
3.9 kunnen in bewegingssituaties respectvol rekening houden met de veiligheid en de vermogens van andere kleuters en passen hun handelingen aan.
3.10 kunnen kleuter-aangepast materiaal uithalen en weer opbergen op de afgesproken plaats.
3.11 kunnen materiaal op de geëigende manier gebruiken.
3.13 gaan spontaan over tot het maken van eenvoudige afspraken binnen het functioneren in subgroepjes.
Muzische vorming - Beeld
De kleuters kunnen
1.1 visuele waarneming en beeldend geheugen versterken en vergroten door beeldelementen te herkennen.
1.2 materiaalgevoeligheid ontwikkelen door exploreren en experimenteren.
1.3 kleur, lijn, vlak, ritme, vorm en versiering onderscheiden en de ontdekking van beeldelementen verwoorden.
1.4 verschillende beeldende, technische middelen aanwenden en samen gebruiken om tot beeldend werk te komen.
1.5 impressies uiten in een persoonlijke, authentieke creatie en plezier scheppen in het zoeken en vinden.
Muzische vorming - Attitudes
De kleuters kunnen
6.1 openstaan voor nieuwe dingen uit hun omgeving.
6.2 ervan genieten bezig te zijn met de dingen die hen omringen om hun expressiemogelijkheden te ontdekken.
6.3 vertrouwen op hun expressiemogelijkheden en durven hun eigen expressiestijl tonen.
6.4 respect betonen voor uitingen van leeftijdgenoten, behorend tot de eigen en de andere culturen.
6.5 genieten van de fantasie, de originaliteit, de creativiteit en de zelfexpressie in 'kunstwerken'.
Nederlands - Lezen
De kleuters kunnen
3.1 kunnen aan de hand van visueel materiaal een boodschap herscheppen.
3.3 kunnen op materialen, in boeken, op uithangborden lettertekens onderscheiden van andere tekens.
3.4 zijn bereid spontaan en zelfstandig voor hen bestemde boeken en andere infobronnen in te kijken.
Nederlands - Schrijven
De kleuters kunnen
4.1 een ervaring, een verhaal weergeven door middel van visueel materiaal.
4.2 met hulp van volwassenen, eigen boodschappen door middel van symbolen vastleggen en kenbaar maken.
Nederlands - Taalbeschouwing
5.2 De kleuters beseffen dat boodschappen visueel kunnen worden bewaard en daardoor opnieuw kunnen worden opgeroepen.
5.3 Zij beseffen dat mensen door middel van het schrift boodschappen kunnen vastleggen.
5.4 Zij beseffen dat bepaalde symbolen (pictogrammen, lettertekens, ...) dienen om boodschappen over te dragen.
Wereldoriëntatie - Techniek
Techniek als menselijke activiteit
De kleuters kunnen
2.3 in een eenvoudige situatie nagaan welk technisch systeem best tegemoet komt aan een behoefte.
2.4 ideeën bedenken voor een eenvoudig technisch systeem.
2.5 geschikt materiaal en gereedschap kiezen voor het realiseren van een eenvoudig technisch systeem.
2.6 een eenvoudig technisch systeem maken, al dan niet aan de hand van een stappenplan.
2.7 nagaan of het doel werd bereikt met een zelfgemaakt technisch systeem.
De kleuters
2.8 zijn bereid hygiënisch, veilig en zorgzaam te werken.
2.9 tonen een experimentele en explorerende aanpak om meer te weten te komen over techniek.
Wiskunde - Meten
De kleuters kunnen
2.4 in concrete situaties handelingen uitvoeren met vormen, grootheden en figuren, in functie van een kwalitatief kenmerk.
2.5 handelend en verwoordend, aangeven dat een bepaalde grootheid (lengte, inhoud, volume, gewicht, oppervlakte) van een ding dezelfde blijft, hoe dit ook geplaatst of geordend is in de ruimte.
2.6 bij benadering een voorwerp "meten" met een zelfgekozen maateenheid.
2.7 verandering, beweging, (snelheid) die ze met hun eigen lichaam ervaren of die ze bij voorwerpen, verschijnselen of bij andere mensen waarnemen, verwoorden.
Wiskunde - Ruimte (initiatie op meetkunde)
De kleuters kunnen
3.1 handelend, in concrete situaties de begrippen "in, op, boven, onder, naast, voor, achter, eerste, laatste, tussen, schuin, op elkaar, ver weg, dicht bij, binnen, buiten, omhoog en omlaag" in hun juiste betekenis gebruiken. Zij kunnen pictogrammen in verband met "richtingen" als symbolen hanteren.
3.3 in een concrete situatie oplossingen vinden voor een ruimtelijk probleem.
Wendy Meulemans - Pedagogische Begeleidingsdienst Stad Gent